Pleegmaatjes
Verrijking voor een pleegkind, op adem komen als pleegouder
In 2018 startte de NVP met het project Pleegmaatjes. Een Pleegmaatje is een vrijwilliger die er speciaal is voor een pleegkind en die meeleeft, meedenkt en meehelpt. In samenwerking met pleegzorgorganisatie Triade Vitree en vrijwilligersorganisatie Humanitas ontwikkelen we als NVP in Almere de methodiek in de praktijk. Inmiddels zijn er vijftien matches tussen pleegkinderen en Pleegmaatjes. Pleegouder Annemarie*: “Een Pleegmaatje is een aanvulling op wat wij als pleegouders kunnen bieden. En het is fijn als er iemand is die een kind onder zijn hoede neemt, dat geeft mij tijd om iets voor mezelf te doen.”
“We waren op zoek naar iemand die onze pleegzoon op weg helpt met sociale omgangsvormen”, vertelt Annemarie. “Hij werd tien en op die leeftijd wil je niet je moeder overal bij hebben. Dat kan ook niet, daar doe je een kind mee tekort. Kinderen van die leeftijd willen de wereld ontdekken en zelfstandigheid verwerven. Hij was op weg om een straatschoffie te worden en moest van iemand leren hoe je omgaat met iets dat je niet leuk vindt.”
Lichtpuntje Een Pleegmaatje bood uitkomst. Suzanne Verlaan, projectleider bij Humanitas, legt uit wat een Pleegmaatje doet: “Het uitgangspunt is dat een pleegkind en een vrijwilliger een dagdeel in de week samen leuke dingen gaan doen. Het doel is om in te spelen op de vraag van een pleegkind. Zo bied je een rustgevend moment of een lichtpuntje in de week. Een pleegkind kan bij een Pleegmaatje alles kwijt en hoeft geen rekening te houden met pleegouders of ouders. Door samen iets leuks te ondernemen, wat dat ook mag zijn, ontstaan ook vaak goede gesprekken. Het tweede doel is om een pleeggezin op adem te laten komen. Ook voor hen is het fijn als een pleegkind er een middag tussenuit gaat.”
Jan Willem Roseboom is vanuit de NVP betrokken bij het project. Hij vertelt waarom de NVP het initiatief nam om te starten met Pleegmaatjes: “We wisten dat kinderen die in een pleeggezin terecht komen vaak maar weinig andere contacten hebben. Een groot deel van hun ‘oude’ sociale netwerk valt vaak weg wanneer zij niet meer thuis wonen. En dat terwijl ze vaak een extra grote ontwikkeltaak hebben. Als je dan kunt terugvallen op een iets groter kringetje maakt dat het voor iedereen een beetje lichter. Daarom wilden we een antwoord hebben op de vraag: hoe kunnen we een grotere kring van mensen rondom pleegkinderen mogelijk maken? Het antwoord werd dit Pleegmaatjes-project”
Groter sociaal netwerk Een Pleegmaatje vergroot het sociale netwerk van een pleegkind. Daarvoor worden Pleegmaatjes zorgvuldig gematcht met een pleegkind. Suzanne: “We matchen bijvoorbeeld niet iemand die creatief is met iemand die sportief is. De vrijwilligers zijn van 18 jaar tot boven de 60. Een link met pleegzorg hoeven ze niet te hebben, maar er is wel vaak affiniteit met pleegzorg. Pleegmaatjes zijn ex-pleegkinderen, mensen die een studie tot hulpverlener volgen of die in het traject zitten om pleegouder te worden. Zo kan het ook een kennismaking met pleegzorg zijn.”
Annemarie: “We werden gematcht met Jorn, een jongen van 27 die goed aansluit bij Robin. Er was meteen een klik: ze houden allebei van sportieve dingen. De eerste stap was veiligheid opbouwen. Dat gebeurde aanvankelijk vooral thuis door samen spelletjes te spelen. Daarna gingen ze een keer naar de speeltuin aan het einde van de straat. Later ondernamen ze meer en gingen ze bijvoorbeeld naar de Oostvaardersplassen om een zeearend te spotten, naar het game-museum in Zwolle en naar de trampolinehal. Jorn heeft het contact heel mooi opgebouwd, er is echt een warme vertrouwensband ontstaan.”
Leuke dingen doen “De leuke dingen die je samendoet, zijn afhankelijk van de leeftijd”, legt Suzanne uit. “De pleegkinderen die meedoen, zijn tussen de 8 en 24 jaar. Met een kind van 9 ga je bijvoorbeeld naar de speeltuin, voor iemand van 20 is het leuker om samen naar het terras te gaan. Samen skeeleren, naar de bioscoop gaan, cupcakes bakken, knutselspullen kopen in de stad en daarna knutselen: het moet aansluiten op de vraag van het kind.”
Wat een Pleegmaatje biedt, moet niet alleen aansluiten op de vraag van een pleegkind, een maatje moet ook om kunnen gaan met bijvoorbeeld gedragsproblematiek. Suzanne: “We screenen alle Pleegmaatjes. Ze moeten wel de vaardigheden hebben om de problematiek aan te kunnen. Na een kennismaking krijgen ze een training van Humanitas. Triade Vitree geeft een aanvullende training over hechting.”
Annemarie: “Robin heeft een fors hechtingsprobleem, ondanks dat hij al ongeveer vanaf zijn geboorte bij ons is. Pleegmaatje Jorn heeft ook het een en ander meegemaakt: hij heeft ervaring met pleegzorg, daardoor kan hij suggesties aandragen vanuit zijn eigen ervaring. Daarnaast werkt hij in de jeugdzorg en komt dagelijks in contact met deze doelgroep. Door zijn kennis en ervaringen kan hij goed bij Robin aanhaken. Wat een pleegkind en pleegmaatje met elkaar bespreken, blijft in principe vertrouwelijk. Jorn bespreekt met mij alleen de ontwikkelingen van Robin en eventuele bijzonderheden. Het laat zien hoe waardevol een maatje is: zo heb je als pleegkind iemand met wie je overal over kunt praten. Ik geef ook bij Robin aan dat zijn maatje er voor hem is en dat hij mij niet alles hoeft te vertellen. Dat werpt zijn vruchten af.”
Samen optrekken Annemarie: “Het idee is om in het project wekelijks samen op te trekken. Dat is bij ons de eerste tijd gelukt, daarna ging het contact naar eens per maand.” Suzanne geeft aan: “Het is geen verplichting om wekelijks af te spreken. Als het gaat voelen als ‘moeten’, is dat geen goede ontwikkeling. Daarvoor is het niet bedoeld en dan heeft het ook geen waarde meer. Het zijn geen hulpverleningstrajecten: we werken niet met doelen en er hoeft niks afgestreept te worden.”
Een pleegkind en een Pleegmaatje trekken in het project een jaar met elkaar op. Suzanne: “Een jaar is te overzien en verlaagt de drempel voor vrijwilligers. Soms ontstaat in dat jaar een ander soort band. Dan kun je aangeven: ik stop over een jaar vanuit Humanitas, maar we kunnen contact houden.” Dat zal ook gebeuren bij Jorn en Robin. Annemarie: “Jorn wil graag de band behouden en ook in de puberteit een vertrouwenspersoon zijn. Heel fijn dat we hem nog kunnen houden als vriend van het gezin.”
De NVP begeleidt het Pleegmaatjesproject en zorgt ervoor dat het project overgedragen kan worden aan andere vrijwilligers- en pleegzorgorganisaties. Jan Willem: “De ontwikkeling van de methodiek wordt mogelijk gemaakt door het Oranje Fonds en is dit voorjaar klaar. In deze methodiek is tot in detail uitgewerkt hoe pleegzorgorganisaties en vrijwilligersorganisaties kunnen samenwerken met elkaar. Zo kunnen ook organisaties in andere plaatsen starten met de Pleegmaatjes-methodiek. Daarover zijn we op het moment met meerdere locaties in gesprek. In Almere is het project een succes: één op de vier pleegkinderen tussen 7 en 21 jaar is straks aangemeld voor een Pleegmaatje en bij Triade Vitree wordt het een vast onderdeel van de werkwijze. Het is best uniek dat vrijwilligers zo gekoppeld worden aan pleegkinderen en pleeggezinnen, we willen dat fors meer pleegkinderen daar gebruik van kunnen maken.”
Positief effect op het pleeggezin Suzanne vertelt dat ze enthousiaste reacties krijgt van pleegouders. “Een Pleegmaatje heeft een positief effect op het pleeggezin. Ze geven aan dat pleegkinderen opbloeien en dat een Pleegmaatje kan doen wat zij niet kunnen.” Ook pleegkinderen en Pleegmaatjes zijn enthousiast. Suzanne: “Het is een heel positieve ervaring. Kinderen zijn er blij mee en Pleegmaatjes en pleegkinderen leren veel van elkaar.”
Annemarie: “Robin is een middag onder de pannen, dat geeft mij even lucht: ik hoef die middag even niet de strijd aan te gaan. Het is fijn als er iemand is die een kind onder zijn hoede neemt, dat geeft mij tijd om iets voor mezelf te doen. En als Robin terugkomt, heeft hij genoten en iets leuks gedaan. Hij zet zich daarna meer af, omdat het weer voorbij is, maar het is toch goed dat hij een plezierige ervaring heeft gehad. Ik zou het absoluut aanraden: het is een verrijking door alle ervaringen die een kind opdoet. Jorn hielp Robin bij de overgang van een beschermd wereldje naar meer vrijheid: hij heeft daarin als Pleegmaatje een heel goede rol vervuld.”
*De namen van pleegouder, pleegkind en Pleegmaatjes zijn om privacyredenen gefingeerd.
Door Tijs Hardenbol, communicatiemedewerker NVP