Wat vinden pleegouders van informele steun?
Voor dit nummer van BIJ ONS vroegen we pleegouders wat zij van informele steun vinden. Steun die binnen het gezin gegeven wordt, maar niet van professionals afkomstig is. Meestal gaat dat over steun aan pleegouders zodat zij hun taak als pleegouder goed kunnen uitvoeren. We vroegen pleegouders hoe zij over informele steun denken aan de hand van drie stellingen.
Stelling 1: De crisis in de jeugdhulp vraagt om een andere manier van denken en werken, informele steun is daarin cruciaal.
Pleegouders zijn hierover positief. Er zou eens breder gekeken moeten worden naar veranderingen in de jeugdzorg. Om na te gaan of de verandering vanuit een andere hoek kan komen dan uit de hoek van de professionele zorg. Professionele hulp is onmisbaar voor ouders en kinderen, maar informele steun kan aanvullend zijn – en soms extra helpend voor een kind. Bijvoorbeeld spelen bij oma of de buurvrouw, want dat kan een professional niet bieden.
Maar er wordt ook opgemerkt dat de crisis in de jeugdzorg vooral om geld draait en dat informele steun niet mag worden ingezet als bezuiniging.
"Informele steun kan bijdragen aan het ontwikkelen van andere zienswijzen over de zorg. Dat kan een mooie aanvulling zijn op de professionele kijk op hulp."
"Zolang we als pleegouders zelf oplossingen vinden voor crisissituaties, blijft de crisis in de jeugdzorg bestaan. Pas als het probleem nijpend wordt, zal ingegrepen worden. Tegelijk mag je kinderen en pleegouders en ouders niet laten vallen en moet je wel iets. Ik zou een crisissituatie (korte termijn) niet willen oplossen met structurele (lange termijn) maatregelen. Dan komen er nooit meer echte oplossingen. Kijk maar naar hoe problemen in de zorg zijn 'opgelost': daar hebben vrijwilligers structureel (leuke) taken van verpleegkundigen overgenomen."
"Sommige kinderen zijn het best geholpen als ze uit hun systeem gehaald worden. En sommige kinderen hebben ook meer nodig dan eens spelen bij een buurvrouw of naar oma gaan."
"Professionele steun is erg belangrijk voor kinderen met een rugzakje en ook voor hun pleegouders. Maar de ondersteuning van familie of vrienden helpt enorm!"
Stelling 2: Pleeggezinnen verlenen zelf steun en (jeugd)hulp, zij hebben geen aanvullende informele steun nodig.
Hier zijn de pleegouders die reageren het niet mee eens: mensen die zorg en hulp verlenen, pleegouders in dit geval, moeten aan zichzelf denken en hulp kunnen krijgen uit hun eigen netwerk.
"Beide vormen van hulp moeten beschikbaar zijn: zowel formele als informele steun is een voorwaarde voor goede pleegzorg."
"Het is goed als pleeggezinnen gesteund worden door hun naaste omgeving: ouders, broers, zussen of vrienden die begrip hebben voor de situatie, ook als die soms moeilijk is. En die misschien ook eens (kort) een kind kunnen opvangen. Ook steun vanuit bijvoorbeeld de kerk kan belangrijk zijn."
"Juist een zorgverlener moet zichzelf toch aandacht geven en ondersteund worden? Zoals je eerst zelf het zuurstofmasker moet omdoen in het vliegtuig. Als je zelf fit en weerbaar blijft, kun je ook voor een ander zorgen."
Stelling 3: Informele steun voor een (pleeg)gezin kan professionele hulp vervangen als iedereen op basis van gelijkwaardigheid samenwerkt.
Op het woord ‘gelijkwaardigheid’ reageren pleegouders positief, maar een professional die meekijkt is ook fijn. De professional kan bijvoorbeeld ook een buffer zijn tussen het pleeggezin en de biologische ouders. En de kennis en expertise van een professional willen pleegouders niet missen: dit helpt om ‘moeilijk’ gedrag van een kind te verklaren. Een meeleef- of steungezin kan fijn zijn, maar ook hier wordt genoemd: het mag niet als bezuiniging op de professionele zorg worden ingezet.
"Voor een goede balans zijn beide nodig: informele steun én professionele hulp."
"In veel gevallen is er iemand nodig die meekijkt en kan bepalen wat nodig is in een gezin. En die een buffer is tussen pleeggezin en de familie van een pleegkind."
"Als er een meeleefgezin is, of iets anders dat past, is dat fijn. Maar dat moet niet zijn omdat het goedkoper is. De verantwoordelijkheid voor hulp moet niet verschuiven naar pleegouders, maar blijven liggen bij de pleegzorgorganisatie."
"Het helpt als professionals het gedrag van het kind verklaren en begrijpelijk maken. Ze kunnen ook een handvat geven om ermee om te gaan en het te begrijpen."
Conclusie Informele steun is voor veel pleegouders een welkome aanvulling op professionele zorg, zeker omdat deze zorg onder druk staat. Het is geen vervanging voor de hulp van professionals en mag zeker niet ingezet worden als bezuiniging op deze hulp.