Beslissen over kinderen doe je met kinderen
Het belang van jongerenparticipatie bij juridische beslissingen
In het vorige nummer van BIJ ONS lazen we hoe JongWijs zich inzet voor jongerenparticipatie. Manuela, die zelf in een pleeggezin woonde en nu bij JongWijs is aangesloten, vertelde: “Ik vind dat de stem van kinderen en jongeren met een achtergrond in een pleeggezin of gezinshuis ongehoord is. Maar de mening van jongeren telt!” Samen met collega’s van de Universiteit Leiden onderzocht ik de positie van jongeren bij juridische beslissingen, en daaruit blijkt inderdaad dat een grote groep kinderen nu niet gehoord wordt.
Manuela van JongWijs heeft helemaal gelijk, de mening van jongeren is belangrijk. In het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) staat dat ieder kind het recht heeft om zijn/haar mening te geven over zaken die hem/haar aangaan, en dat die mening serieus moet worden genomen (artikel 12). Bij juridische beslissingen over kinderen, zoals een uithuisplaatsing, krijgt dit vorm via het hoorrecht. In Nederland worden kinderen vanaf 12 jaar standaard door de rechter uitgenodigd om hun mening te geven, zodat de rechter dit perspectief kan meenemen in de beslissing. Zij mogen hun mening dan vertellen aan de rechter of toelichten via een brief.
Kinderen jonger dan 12 jaar worden niet standaard uitgenodigd, maar alleen als iemand dit verzoekt. Dat kan de rechter zijn, maar ook het kind zelf. Uit ons onderzoek bleek echter dat rechters zelden met deze ‘twaalf-minners’ spreken. Dat betekent dus dat deze groep kinderen nauwelijks de kans krijgt om zijn of haar stem te laten horen bij juridische beslissingen. In de internationale literatuur blijkt dat ook jeugdzorgprofessionals vaak beslissingen nemen zonder kinderen hierbij te betrekken, iets waar kinderen zelf ontevreden over zijn. Dat sluit dus aan bij Manuela’s observatie dat “de stem van kinderen en jongeren ongehoord is”.
Het belang van participatie Ons onderzoek (1) bevestigt dat kinderen het enorm vervelend vinden als ze hun mening niet mogen geven; als ze dus niet mogen participeren. Het is bijzonder frustrerend voor kinderen als zij niet betrokken worden bij beslissingen die zulke grote gevolgen voor hen kunnen hebben, zoals ergens anders gaan wonen of minder omgang hebben met ouders. Wanneer dit herhaaldelijk voorkomt, kan dit resulteren in een gevoel van machteloosheid en wanhoop. Kinderen kunnen dan het gevoel krijgen dat hun mening er niet toe doet. Daar gaat vaak ook een daling in het zelfvertrouwen mee gepaard.
Daarentegen voelen kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd wanneer zij wél de kans krijgen om hun mening te geven. Ze begrijpen daarbij overigens heel goed dat de rechter degene is die de uiteindelijke beslissing neemt, en dat die beslissing mogelijk niet overeenkomt met hun eigen wens. Onderzoeker Judy Cashmore (2) uit Nieuw-Zeeland heeft dit op een mooie manier verwoord: “Children want to have a say rather than their own way”. Onderzoek heeft dan ook aangetoond dat kinderen een beslissing beter accepteren als zij zelf hun mening hebben mogen geven.
Kindgesprek
Meer weten over hoe de rechter met kinderen praat? Deze video van de Rijksoverheid is een aanrader om samen te kijken met een kind om het voor te bereiden op een mogelijk gesprek met de rechter.
Stress of spanning? Maar als je mening geven zo belangrijk is, waarom worden kinderen in die leeftijdsgroep van jonger dan 12 jaar dan niet vaker uitgenodigd voor een gesprek met de rechter? De meest genoemde reden is dat het mogelijk belastend of stressvol is voor kinderen. In ons onderzoek bevestigden jongeren dat een bepaalde mate van stress er inderdaad is, want het is behoorlijk spannend om naar de rechter te gaan of om in het rechtsgebouw geconfronteerd te worden met je ouders. Echter, die stress blijkt voor jongeren geen drempel om te participeren. Meepraten weegt voor hen dus zwaarder.
Dit is opvallend, want bij professionals zien we juist het omgekeerde: kinderen worden niet uitgenodigd voor een gesprek met de rechter om hen te beschermen tegen mogelijke stress of spanning. Met deze overweging wordt echter voorbijgegaan aan de eerdergenoemde negatieve gevolgen die kinderen ervaren wanneer zij niet mogen participeren, die zelfs te zien zijn op hersenniveau. Onderzoek naar het puberbrein toont namelijk aan dat er tijdens ervaringen van buitensluiten dezelfde hersengebieden actief zijn die ook betrokken zijn bij het ervaren van fysieke pijn. Dit kan verklaren waarom jongeren er zo op gebrand zijn om te participeren.
Conclusie en tip Concluderend kunnen we zeggen dat het belangrijk is om kinderen te betrekken bij juridische beslissingen. In ons onderzoek hebben wij aanbevolen om kinderen vanaf 8 jaar standaard uit te nodigen voor een gesprek met de rechter, zodat zij de kans krijgen om hun mening te geven wanneer zij dit willen. De meeste kinderen van die leeftijd zijn in staat zijn om hun mening goed te verwoorden en vragen van de rechter te begrijpen, maar de spanning zal wellicht wel wat groter zijn bij deze jongere kinderen. Daarom hebben wij ook geadviseerd om met kinderen te praten in een kindvriendelijke ruimte en dat de rechter ‘burgerkleding’ aantrekt in plaats van een toga. Een minder formele sfeer kan namelijk bevorderen dat een kind zich veilig voelt, wat positief is voor de gesprekvoering. In Amsterdam wordt er al op kindvriendelijke wijze met kinderen vanaf 8 jaar gesproken, en daar zijn heel positieve ervaringen opgedaan. (3) Onze aanbeveling om de leeftijd van het hoorrecht wettelijk te verlagen naar 8 jaar is helaas niet aangenomen, maar daarmee is onze missie niet gestopt. Regelmatig vertellen we aan rechters hoe belangrijk kinderen het vinden om hun mening te geven, omdat we hopen dat rechters daardoor ook vaker met jongere kinderen willen spreken. Ook vertellen we aan kinderen dat zij zelf aan de rechter mogen vragen om hun mening te geven, want dit weten veel kinderen niet. Kortom er zijn manieren om ervoor te zorgen dat kinderen meer gehoord worden, maar dan moeten kinderen wel van die mogelijkheden weten. Wil uw pleegkind meer weten over zijn of haar mogelijkheden? Denk er dan eens aan om contact op te nemen met een Kinder- en Jongerenrechtswinkel, die advies kan geven en kinderen ook ondersteuning kan bieden.
Door Daisy Smeets, redactielid BIJ ONS en universitair docent pedagogische wetenschappen aan de Universiteit Leiden.
Voetnoten
1. M.R. Bruning, D.J.H. Smeets en collega’s (2020). Kind in proces: van communicatie naar effectieve participatie. Het hoorrecht en de procespositie van minderjarigen in familie- en jeugdzaken. Rapport hier te downloaden. 2. J. Cashmore (2002). Promoting the participation of children and young people in care. Child Abuse & Neglect, 26, p. 837-847. 3. Zie hoofdstuk paragraaf 4.2 (vanaf pagina 162) uit het rapport ‘Kind in proces: van communicatie naar effectieve participatie. Het hoorrecht en de procespositie van minderjarigen in familie- en jeugdzaken’.