Casa Nadina
Nederlands echtpaar start gezinshuis in Roemenië
Het was een winterse zondagochtend in december 2011 toen mijn man en ik een Roemeens kinderziekenhuis bezochten. Een vrijwilliger liet ons de afdeling met de zogenoemde ‘achtergelaten kinderen’ zien. Tientallen kinderen, van enkele maanden oud tot een jaar of acht, lagen in hun bedjes. Ik vroeg me af hoe het daar zo rustig kon zijn. Later zou ik erachter komen dat de kinderen hadden geleerd dat huilen geen zin heeft, want er is niemand die hun huilen beantwoordt met troost en aandacht.
Casa Nadina
Nederlands echtpaar start gezinshuis in Roemenië
Het was een winterse zondagochtend in december 2011 toen mijn man en ik een Roemeens kinderziekenhuis bezochten. Een vrijwilliger liet ons de afdeling met de zogenoemde ‘achtergelaten kinderen’ zien. Tientallen kinderen, van enkele maanden oud tot een jaar of acht, lagen in hun bedjes. Ik vroeg me af hoe het daar zo rustig kon zijn. Later zou ik erachter komen dat de kinderen hadden geleerd dat huilen geen zin heeft, want er is niemand die hun huilen beantwoordt met troost en aandacht.
Die ochtend in het kinderziekenhuis raakte ons diep en maakte dat we in februari 2014 met ons tweejarige zoontje David naar Roemenië verhuisden om ons hart en huis open te stellen voor achtergelaten kinderen. We deden op verschillende plekken vrijwilligerswerk om de cultuur en taal te leren kennen en een netwerk op te bouwen. Ook begonnen we met Roemeense taallessen. In september 2014 werd ons tweede zoontje Benjamin geboren en begin 2015 startten we met vrijwilligerswerk in een Roemeens staatsopvanghuis voor kinderen met een beperking. De meeste kinderen hadden geen contact meer met hun ouders en zouden niet snel in aanmerking komen voor adoptie. De situatie van deze kinderen is erg verdrietig. Er wordt voorzien in hun basisbehoeften, maar op het gebied van liefde, aandacht, stimulatie, maar ook therapieën is er een ernstig tekort. De meeste kinderen liggen hele dagen in hun bedjes. Wachten op pleegzorg In het staatsopvanghuis leerde ik onze twee jongste pleegdochters kennen en er groeide een band tussen ons. In september 2015 werden de twee meisjes ineens overgeplaatst naar een ander staatsopvanghuis. Het was een groot terrein in de bossen, waar verschillende huizen stonden. Deze overplaatsing maakte veel in ons los. De afdeling in het staatsopvanghuis waar de meisjes eerst woonden, leek zoveel veiliger op dat moment. We besloten een pleegzorgproces te starten en dat leek voorspoedig te verlopen. De meisjes mochten elk weekend bij ons zijn tot de pleegzorg definitief was goedgekeurd. Na enkele maanden kregen we te horen dat we pas pleegouders konden worden als we vijf jaar in Roemenië waren. Dat zou nog vier jaar duren! De kinderen mochten wel in de weekenden blijven komen. We bleven hopen op een snellere plaatsing in ons gezin en dat gebeurde. Toen de meisjes in de voorjaarsvakantie van 2017 bij ons logeerden, werd onze dochter Emily-Joy geboren. Ze vonden het leuk om mee te helpen met luiers verschonen, badderen en eten en drinken geven. Ze hadden er een zusje bij gekregen. Sinds 2017 wonen onze twee pleegdochters volledig bij ons. Beide kinderen zijn kort na hun geboorte achtergelaten vanwege hun gezondheidsproblemen. Het ene meisje heeft taaislijmziekte en het andere heeft een verstandelijke beperking. Wat zijn ze van ver gekomen. Ik vergeet nooit de eerste keer dat ze bij ons thuis kwamen. In Roemenië bestaat nog niet zoiets als voorbereiding op pleegzorg of wenmomenten. Het ene meisje trilde letterlijk over haar hele lijfje toen ze ons huis binnenstapte, uit angst voor al het onbekende wat ze zou aantreffen. Het andere meisje liep het huis binnen alsof ze al jaren thuis was.
Eerste keer Alles werd ‘de eerste keer’. Een knus huis waar een gezin woonde in plaats van een grootschalig opvanghuis met heel veel kinderen. Een papa en een mama in plaats van een mevrouw of meneer. Een tafel om samen aan te zitten en bestek om mee te eten. Leren dat we geen eten uitspugen op de grond, knuffels krijgen, samen spelen en nieuwe broertjes en zusjes. De eerste keer een stofzuiger zien, waarna onze pleegdochter wegrende naar de andere kant van het huis, niet wetend wat voor ‘monster’ zoveel geluid maakte. Die grote wereld buiten de muren van het staatsopvanghuis zat vol ‘gevaren’, maar door de jaren heen raakten ze er steeds meer aan gewend en bleken die gevaren toch niet zo gevaarlijk te zijn. Zo durft dit meisje nu zelf te stofzuigen! Met regelmaat was er een crisismoment. Waar de kinderen vroeger aan hun lot werden overgelaten, werden ze nu vastgehouden en gekalmeerd tot de storm uitgeraasd was. En zo zijn er jaren voorbijgevlogen met vallen en opstaan. De meisjes hebben een familie gekregen en begrijpen nu wat het betekent om geliefd te zijn.
Van opvanghuis naar opvanghuis In 2019 kwam er ook een zestienjarige tiener bij ons wonen. Wat wilde ze graag een familie hebben. Maar oh, wat was het leven in een gezin toch ook ingewikkeld voor haar. Het leven is zo hard voor haar geweest. Ze ging zestien jaar lang van opvanghuis naar opvanghuis. Nergens kon ze een vertrouwde relatie opbouwen. Zodra ze aan iemand gehecht raakte, moest ze weer weg. Alleen door hard te zijn, kon ze overleven. Ze is beschadigd door het systeem en de mensen om haar heen. Na tweeënhalf jaar in ons gezin vertrok ze ineens om bij een oudere man te gaan wonen, die ‘al haar dromen zou vervullen’. “Tot ziens en een fijne avond” en weg was ze. Ik vraag me af of onze hulp te laat voor haar is gekomen. Die diepe hunkering naar liefde en tegelijkertijd niet weten hoe ermee om te gaan, is een worsteling om te zien. En dan te belanden in een harde wereld waar zoveel aanlokkelijke ‘schijnliefde’ meisjes als zij nog meer beschadigt. Mijn hart huilt om haar en al die andere tienermeiden. Wat hadden we haar graag verder willen helpen en willen beschermen voor nog meer pijn. Maar soms is het enige wat je kunt doen: loslaten en in ons geval bidden, want we geloven in God. Huis van hoop En zo zijn we op weg met ons gezin, bestaande uit drie biologische kinderen en twee pleegkinderen. Op afstand zijn we verbonden met onze tienerpleegdochter. We hopen dat meer kinderen in de komende jaren een veilig thuis kunnen krijgen in ons huis, dat we Casa Nadina hebben genoemd, wat ‘huis van hoop’ betekent. We hopen dat we een inspiratie mogen zijn voor mensen om ons heen in Roemenië, om hart en huis open te stellen voor kinderen die zijn achtergelaten.
Door Rianne Kommer, gezinshuisouder Casa Nadina in Roemenië
Stichting Obed
Ons werk wordt mede mogelijk gemaakt door stichting Obed. Deze stichting is opgezet voordat we in 2014 naar Roemenië verhuisden en heeft het ondersteunen van gezinshuis Casa Nadina als doel. Meer informatie vind je op www.stichtingobed.nl.