Bij Gerdien
Het allerliefste ben ik thuis
We zitten aan tafel en eten stamppot boerenkool met rookworst. Ik ben aanwezig en toch ook weer niet. De kinderen om me heen praten, maar ik hoor slechts flarden. Mijn gedachten overstemmen het omgevingsgeluid. Moe van alle hectiek overpeins ik de dag, de week, het jaar en zelfs mijn leven als moeder neem ik onder de loep. Een verlangen om mezelf als egel te verstoppen voor een lange winterslaap neemt dromerige proporties aan. Ook het uitzetten van stekels zodra iemand in mijn buurt komt, geeft me een aantrekkelijk aanvallig gevoel.
‘Doe normaaaaaaal!’ De uitroep van Angelique brengt me weer bij mijn positieven. Na een fragment van hun gesprek te hebben aangehoord, begrijp ik dat Eunice, Angelique en Jos debatteren over waar ze het meest op hun gemak zijn. Eunice benoemt welk bed ze het allerfijnste vindt slapen. Dat haar favoriete bed niet in mijn huis staat, brengt me bijna weer dichter bij mijn winterslaapplan. Angelique voegt daar nog een puberaal provocerend verlangen aan toe en mijn ogen beginnen dicht te vallen. Maar net voor ze sluiten, zie ik Jos zitten. Hij friemelt aan zijn bestek en dat betekent dat er een opmerking kan volgen waar hij diep over na heeft gedacht. Hij schraapt zijn keel en zegt: ‘Van alle plekken waar ik ooit ben geweest, ben ik het allerliefste thuis.’ ‘En waar is dat?’ bitst één van de door-oestrogeenpieken-voortgestuwde-dames aan de andere kant van de tafel. ‘Gewoon, hier.’ Wetend hoe onnoemlijk veel plekken deze jongen al heeft bewoond, ben ik tot op de dag van vandaag klaarwakker. Mijn taak als gezinshuismoeder roept. Ik maak van mijn huis een thuis.
Tekstschrijver Gerdien Rietveld is moeder van Jack (13) en Joy (4) en stiefmoeder van vier zoons. Samen met haar man runt ze een gezinshuis waar Eunice (18), Angelique (16) en Jos (12) wonen.*
*De namen van de gezinshuiskinderen zijn gefingeerd.
Fotografie: Stephan van Berkel