Willen jullie alsjeblieft niet boos worden?
Ik was begin twintig en werkte net een jaar als pleegzorgbegeleider toen ik gevraagd werd voor één van mijn meest indrukwekkende zaken. Het ging om een baby van drie maanden met 26 botbreuken. Er liep een strafzaak tegen de ouders en het werd mijn taak om grootouders te begeleiden in de zorg van hun kleindochter. Tien jaar lang heb ik intensief samengewerkt met deze pleeggrootouders en al die tijd hebben zij lief en leed gedeeld. We hebben het meisje zien opgroeien tot een jonge meid. Nu blikken we samen terug op deze tijd en kijken we specifiek naar het verlies en de rouwgevoelens die hierbij komen kijken.
Shock We beginnen met dat eerste moment. Pleeggrootouders Job en Corry vertellen dat ze het als de dag van gisteren herinneren dat ze in het ziekenhuis waren, omdat hun drie maanden oude kleindochter was opgenomen met botbreuken en de Raad voor de Kinderbescherming net had verteld dat ze naar een geheim crisispleeggezin gebracht zou worden. Opa: “Ik wilde die vrouw daar wel wat aandoen. Niemand heeft wat verkeerds gedaan, dachten we toen nog, en zij besluit je meest kostbare bezit weg te nemen.” De periode erna gebeurde er heel veel in korte tijd. Ouders werden dagenlang verhoord, de computer van grootouders werd in beslag genomen bij een inval in hun huis. Zelfs grootouders zijn nog een bepaalde periode verdacht geweest, want zij hadden immers opgepast. Gelukkig waren zij vrij snel geen verdachten meer. Oma: “We waren in shock!” Oma vertelt dat ze zelf ook bleef malen in haar hoofd over hoe dit soort dingen kunnen gebeuren. Hun kleindochtertje was wel huilerig en wit toen ze bij hen was. Maar dit ging ook weer over. Niemand had kunnen bedenken dat er zoveel ellende achter schuilging. Totdat ouders uiteindelijk in gesprek wilden met grootouders. “Willen jullie alsjeblieft niet boos worden?”, begonnen ze.
Samenwerking met ouders Uiteindelijk heeft vader aangegeven dat hij hardhandig met zijn dochtertje is geweest. Grootouders noemen zichzelf nu naïef. “We hebben nooit kunnen begrijpen waarom ze bij elkaar bleven, waarom onze dochter niet voor haar kind ging. We hebben zoveel dingen meegemaakt in de afgelopen jaren, waarbij we zijn voorgelogen, er leugens over ons verspreid zijn en we zelfs zijn bedreigd.”
Als pleeggezin is samenwerken met ouders belangrijk. Dit is best ingewikkeld als kinderen bij hun grootouders geplaatst worden, omdat ouders en pleegouders een geschiedenis hebben met elkaar. Vaak zijn er al conflicten en deze worden versterkt als je samen moet werken. Ouders worstelen met hun eigen proces van verdriet, boosheid en onmacht rondom de uithuisplaatsing van hun kind, maar er zijn ook pleeggrootouders die niet begrijpen welke keuzes hun kind maakt of gemaakt heeft.
Corry vertelt dat ze hierin bewust een keuze heeft moeten maken om haar dochter los te laten; “Stapje voor stapje raak je steeds meer van elkaar verwijderd, tot er geen weg meer terug is.” Voor grootouders Corry en Job blijft de deur altijd op een kier staan voor hun dochter. Ze hebben echter de afgelopen jaren wel geleerd grenzen te stellen aan het gedrag van hun dochter en schoonzoon, omdat ze hebben gezien dat het angst oproept bij hun kleindochter. Jaren later heeft vader bij het maken van het levensverhaal aangegeven dat hij de schuld op zich heeft genomen, vanuit de gedachte dat moeder dan misschien weer voor hun dochter zou mogen zorgen.
Mijn dochter ben ik verloren Veel pleeggrootouders hebben het gevoel dat zij moeten kiezen tussen hun kind en hun kleinkind. Zo ook Corry: “Mijn dochter was al volwassen, maar mijn kleindochter was nog maar een klein meisje dat hulp nodig had en beschermd moest worden. Mijn kleindochter kwam, na een jaar crisispleegzorg, bij ons wonen en mijn dochter ben ik verloren.”
Deze gevoelens zijn aanwezig bij veel pleeggrootouders. Psycholoog Manu Keirse noemt dit ook wel levend verlies. Het gaat over de levenslange rouw die je kunt ervaren wanneer het contact met je kind verbroken is, maar bijvoorbeeld ook als er sprake is van een beperking of uithuisplaatsing van je kind. Voor grootouders zit het levend verlies in het verliezen van de band die ze met hun kind hadden. Van een ouder die zijn kind steunt en bijstaat met raad en daad, naar een ouder die beslissingen moet nemen tégen zijn kind, omdat ze daarmee hun kleinkind moeten beschermen. In hulpverleningstermen ook wel, het belang van het kind vooropstellen.
Honderden nachten overgeslagen Als pleegzorgbegeleider heb ik samen met ouders, pleeggrootouders en andere betrokkenen zoals jeugdbescherming een traumaverwerkingsverhaal gemaakt, zodat traumatherapie ingezet kon worden om preverbaal trauma te verwerken. Pleeggrootouders hebben ook gesprekken gehad met de traumatherapeut, zodat zij hun kleindochter goed zouden kunnen begeleiden bij de EMDR-sessies. Opa Job vertelt dat hij het zelf ook een lange periode moeilijk heeft gehad. “Er kwam niets meer uit mijn handen. Ik kon niet werken en bleef maar nadenken over hoe ik de dingen moest aanpakken. Ik heb honderden nachten overgeslagen in die tijd. Op een gegeven moment heb ik mezelf bij elkaar geraapt en gedacht: nu moet het afgelopen zijn.” Corry geeft aan nuchterder te zijn: “Je moet gewoon door. Ik heb alles weggestopt, achter een dikke deur. Misschien komt het nog wel een keer naar boven, maar nu niet. Eerst moet mijn kleindochter goed groot worden.”
Beide grootouders geven hiermee signalen van secundair trauma af. Opa besluit nog: “Als we zouden weten wat er precies is gebeurd en wie wat heeft gedaan, dan kunnen we het verwerken. Dat is een dingetje; verdragen dat je dit nooit zult weten!”
Luisterend oor Na al die jaren vraag ik pleeggrootouders of ik in de begeleiding dingen anders had moeten doen. Er gaat altijd veel aandacht naar samenwerking met ouders, de jeugdbescherming of de ontwikkeling van het kind. Is er voldoende ruimte voor al die ingewikkelde gevoelens en gedachten geweest? Pleeggrootouders geven aan dat zij in het begin wel dachten, wat moeten we met zo’n jonge meid. Maar de band groeide. Corry: “Toch begreep je me. Je had ook op een gegeven moment wel in de gaten dat we voor sommige dingen wat langer de tijd nodig hadden. Maar we dachten er altijd over na als je dingen aan ons uitlegde.” Het allerbelangrijkste was toch wel gewoon de tijd nemen volgens Corry. “Telkens weer naar ons luisteren en begrip tonen als het moeilijk was. En niet bang worden als we een keer kort door de bocht waren.”
Door Karin Zanin
Levend verlies
Levend verlies is een onderwerp wat vaker binnen de jeugdhulpverlening besproken zou moeten worden. Elke betrokkene, ouder of pleegouder, maar ook het kind heeft te maken met verlieservaringen en alle gevoelens die hierbij komen kijken. De laatste jaren is er veel aandacht gekomen voor hechting en trauma, maar over rouw- en verliesgevoelens wordt nog weinig gesproken. Luister bijvoorbeeld de podcastserie levend verlies met speciale aandacht voor de aflevering van Mariëlle Bruntink, een ouder van een kind met een beperking die uiteindelijk uit huis geplaatst moest worden.