Netwerkpleegzorg
Logisch toch?
Joris en Miranda zorgen zes jaar voor hun kleinkind. Zij regelen zelf de contacten met de ouders van hun kleinkind. Officieel is dit geen pleegzorg, want Joris en Miranda hebben geen contract met een pleegzorgorganisatie. Zij krijgen geen begeleiding voor het opvoeden van hun kleinkind en geen pleegzorgvergoeding voor de dagelijkse kosten van zijn opvoeding. De situatie verandert wanneer ouders besluiten het kind bij zich te houden en er een crisis ontstaat. Veilig Thuis plaatst het kleinkind opnieuw bij grootouders. Het kind wordt vervolgens door de kinderrechter onder toezicht gesteld.
Worden deze grootouders nu als vanzelf pleeggrootouders? Dat lijkt logisch en pleegzorgorganisaties geven zelf aan dat zij aan plaatsing in het netwerk van het kind de voorkeur geven. Maar in de praktijk lijkt het niet altijd zo logisch. In dit voorbeeld werd de relatie tussen moeder en grootouders zo gehinderd door de ontstane situatie en de ondertoezichtstelling, dat opvoeding door grootouders niet meer vanzelfsprekend leek. Er ontstonden twijfels over wat ouders willen en of er wel een goede samenwerking zou kunnen blijven.
Voor dit artikel heb ik informatie gevraagd aan Ingrid Paulussen en Thirza van der Ree, beide werkzaam bij de helpdesk van de NVP. Zij krijgen regelmatig vragen van netwerkpleegouders over screening en over het stopzetten van het pleegcontract. De voorbeelden in dit artikel zijn voorbeelden van vragen die zij vaak krijgen.
Netwerkpleegzorg
In 2022 woonden 46% van de pleegkinderen bij familie of bekenden: bij grootouders, tantes en ooms, onderwijzers of buren. Deze vorm van pleegzorg heet netwerkpleegzorg: de pleegouder komt uit het netwerk. Er is sprake van een hulpvraag en van professionele begeleiding van de pleegouder(s) in verband met complexe problematiek bij de jeugdige of in de opvoedingssituatie. 47% van de nieuwe plaatsingen in 2022 betreft netwerkpleegzorg. (uit Factsheet Pleegzorg 2022)
Over screening van pleegouders algemeen en specifiek over netwerkpleegouders zijn documenten geschreven, die als richtlijn dienen. Lees verder voor een korte weergave van algemene selectiecriteria.
Screening netwerkpleegouders
De procedure om netwerkpleegouder te worden wijkt af van die van bestandspleegouders. Er wordt gescreend alleen voor de specifieke plaatsing van deze kinderen van deze ouders. Daardoor kan de screening soms specifieker zijn. Soms woont het kind er al of is een kind vanuit crisis in het netwerkgezin geplaatst en wordt dan pas pleegouderschap aangevraagd. Wanneer de gemeente of een Gecertificeerde Instelling een melding krijgt van een netwerkplaatsing, wordt er eerst een eerste risicotaxatie gedaan aan de hand van een huisbezoek. Als de verwijzer inschat dat de jeugdige voldoende veilig is en dat ondersteuning van pleegzorg noodzakelijk is, wordt het netwerkgezin aangemeld en start de procedure van screening. Formeel moet een netwerkonderzoek binnen vijf werkdagen na binnenkomst worden opgepakt, de procedure mag dan maximaal 13 weken duren. In die periode ontvangen aspirant pleegouders pleegzorgvergoeding en krijgen zij al begeleiding van een pleegzorgwerker. De kwaliteitscriteria voor screening (zie kader) gelden in principe ook voor netwerkpleegouders. Wanneer de screening negatief is, wordt het contract beëindigd en gaat het kind meestal naar een andere plek. Maar niet altijd wordt voor overplaatsing gekozen.
Robin heeft een kleindochter van 14 jaar die voor de zoveelste keer is weggelopen van huis. Zij wordt door de kinderrechter onder toezicht gesteld en er wordt een machtiging uithuisplaatsing afgegeven. Kleindochter wil bij haar oma blijven wonen. Oma wordt gescreend door een pleegzorgorganisatie die haar vervolgens afwijst als pleegouder, omdat het contact met de moeder van de kleindochter te ambivalent is en soms leidt tot ruzie. Kleindochter blijft gewoon bij oma wonen, zonder pleegzorgcontract en met toestemming van de jeugdzorgwerker die is betrokken.
Screeningscriteria
In 2011 zijn in overleg met alle pleegzorginstellingen landelijke kwaliteitscriteria opgesteld waaraan pleegouders moeten voldoen. Alle pleegzorgaanbieders in Nederland hebben zich aan deze criteria gecommitteerd, evenals de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Jeugdzorg Nederland.
De criteria om pleegouders te worden, zijn:
- Een van de pleegouders is minimaal 21 jaar oud.
- De pleegouders en alle inwonende kinderen van 12 jaar en ouder hebben een verklaring van geen bezwaar gekregen van de Raad voor de Kinderbescherming.
- Een pleegouder biedt ondersteuning bij de uitvoering van het hulpverleningsplan en staat open voor de begeleiding door de pleegzorgorganisatie.
Daarnaast zijn er ook kwaliteitscriteria voor het handelen van pleegouders:
- Zij bieden een veilige leefomgeving aan een pleegkind.
- Zij bieden openheid en duidelijkheid.
- Zij helpen kinderen en jongeren een positieve kijk op zichzelf te ontwikkelen.
- Zij helpen kinderen en jongeren hun gedrag te veranderen, zonder hen te beschadigen.
- Zij kunnen samenwerken en het opvoederschap delen.
- Zij kunnen inschatten welke uitwerking het pleegouderschap op de eigen situatie heeft.
- Tot slot kunnen pleegzorgaanbieders ook aanvullende eisen stellen aan pleegouders. Die aanvullende eisen bepalen de pleegzorgaanbieders zelf. Zo heeft William Schrikker Gezinsvormen als extra criterium: kunnen omgaan met kind en/of ouders met een verstandelijke beperking.
Meer informatie over screening:
Vrijwillige plaatsing
Jantien zorgt voor haar nichtje. Gezien de problematiek van haar zus, de moeder van het meisje, lijkt het haar beter als zij hierin begeleiding krijgt. De screening voor netwerkpleegzorg kan pas starten als haar zus een pleegzorgindicatie bij de gemeente aanvraagt. Haar zus belooft dit te doen, maar het gebeurt niet.
Is de mogelijkheid om netwerkpleegzorg en dus begeleiding en pleegzorgvergoeding te krijgen, alleen door Jantien te regelen als moeder daarvoor haar toestemming geeft?
Bij een vrijwillige plaatsing zullen de wettelijke vertegenwoordigers, meestal de ouders, bij het Centrum voor Jeugd en Gezin van de gemeente moeten aangeven dat zij genoodzaakt zijn om (tijdelijk) de dagelijkse zorg voor hun kind over te dragen aan mensen uit hun netwerk. De pleegouder kan ook de gemeente op de hoogte stellen dat zij zorgen voor het kind van iemand anders en graag formeel pleegouder willen worden. De gemeente kan vervolgens de ouder betrekken en de benodigde toestemming regelen. Dan beoordeelt de gemeente of er een beschikking voor pleegzorg wordt afgegeven. Dit betekent een voorlopig akkoord van de plaatsing. Ook moet de gemeente een dossier aanleveren en een eerste veiligheidscheck doen. Hierna draagt de gemeente de begeleiding van het netwerkgezin en de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het kind in het netwerkgezin over aan de pleegzorgorganisatie.
Kunnen pleegzorgorganisaties het contract met pleegouders opzeggen omdat er een hulpvraag ontbreekt?
Karel en Gerard zorgen al een aantal jaar voor een zoon van een vriendin, die dat aan hen heeft gevraagd. Vrij snel na de plaatsing zijn zij netwerkpleegouders geworden. De pleegzorgorganisatie geeft aan dat het met hun pleegzoon goed gaat in het gezin bij Karel en Gerard en dat de samenwerking met moeder ook goed verloopt. Er zijn, volgens de pleegzorgorganisatie, geen hulpvragen meer en het pleegzorgcontract wordt opgezegd.
De vraag van Karel en Gerard of het wonen bij hen en niet bij zijn ouders al voldoende hulpvraag is, is terecht. Dat mag geen reden zijn om de pleegzorg stop te zetten.
Geldkwestie
Dat doe je toch gewoon voor je kleinkind of je familie? Daar hoef je toch geen geld voor?!
Johan, de kleinzoon van Jan en Jacqueline, heeft jaren bij zijn grootouders gewoond. Toen hij 12 was ging het niet meer en is hij geplaatst in een instelling. Na een jaar is zijn gedrag zodanig veranderd dat door de instelling wordt aangegeven dat hij weer terug kan naar zijn opa en oma. Zij worden niet opnieuw gescreend door de pleegzorgorganisatie, een van de opgegeven redenen is dat opa en oma vooral vanuit financiële overwegingen pleegouder willen worden.
Pleegzorg levert geld op, dat krijgen veel pleegouders als verwijt te horen, dus ook netwerkpleegouders, zeker als het een familielid betreft. Er lijkt de verwachting te zijn dat zorgen voor een kind dan vanzelfsprekend is, ‘het is toch je kleinkind of je nicht’! Een pleegzorgvergoeding is echter niet meer dan een onkostenvergoeding voor de opvoeding van een kind, wiens belang het is dat het woont bij een ander. Ook een netwerkpleegouder is niet onderhoudsplichtig voor het kind, dat blijven de ouders. Maar vaak blijkt het lastig om hier met ouders afspraken over te maken.
Door Maud Verhoofstad