Pleeggrootouderdag 2O23
“Vanzelfsprekend zet je alles opzij uit liefde voor je kleinkind, maar het gaat niet vanzelf.”
Op 28 oktober was de jaarlijkse pleeggrootouderdag van de Stichting Belangenbehartiging Pleeggrootouders Nederland (SBPN) in het Van Dieren Ontdekpark in Barneveld. BIJ ONS-redactielid Maud is zelf ook pleeggrootouder geweest. Zij was aanwezig op de dag en doet verslag.
Vanaf de parkeerplaats loop ik langs een honden- en kattenkennel, lama’s, kamelen en een reptielenhuis. Heel bijzonder, het is alsof ik een dierentuin binnenwandel. Maar ik kom niet voor de dieren, ik kom voor de ontmoeting met pleeggrootouders op de landelijke dag van Stichting Belangenbehartiging Pleeggrootouders (SPBN). Al heel wat jaren organiseert de SPBN een landelijke ontmoetingsdag voor pleeggrootouders en hun kleinkinderen. De stichting benadrukt keer op keer het belang van het eigen netwerk, in het bijzonder de grootouders, voor kinderen die niet meer thuis kunnen wonen.
Vanaf het moment van binnenkomst is er onderling contact en herkenning. Zonder aarzeling starten pleeggrootouders gesprekken over hoe het is om pleeggrootouder te zijn. De gesprekken gaan over de zorg die zij op zich hebben genomen: vanzelfsprekende zorg uit liefde, maar die zeker niet altijd vanzelf verloopt. Het programma is, in ieder geval voor mij, niet meer dan een rode draad, waarlangs ontmoeting en gesprekken kunnen plaatsvinden. De kleinkinderen van de pleeggrootouders hebben een programma met veel dieren en spannende activiteiten op het terrein. Zij hebben samen met ‘lotgenoten’ een leuke dag, want alle kinderen die hier zijn, wonen bij hun opa en oma.
Wie haalt je op?
Ik spreek met Ans en Ruud, zij vertellen over hun kleinzoon. Zij werden door hem gewoon opa en oma genoemd totdat hij op de peuterspeelzaal mee gaat zingen met het terugkerende afscheidsliedje: ‘Mama of papa komt je halen.’ Hij weigerde ineens oma te zeggen en noemde haar mama: want mama komt je halen, niet oma!
Overspoeld door regeltaken
Soms staat, letterlijk van de ene op de andere dag, het kleinkind op de stoep. Er is crisis en er wordt gevraagd door een organisatie of ouders zelf: ‘Willen jullie voor hem of haar zorgen.’ Pleeggrootouder Karel: “Je zegt ‘ja’ voordat je je realiseert wat het betekent. Ik moest alles regelen: kleren, spullen, school. Ik werd overspoeld door regeltaken. Mijn eigen plannen zijn opzijgeschoven uit liefde voor mijn kleinkind. Pas veel later hoorde ik dat het mogelijk is om via pleegzorg ondersteuning te krijgen en een vergoeding. Die informatie had ik graag ook het eerste jaar willen hebben.”
Kracht
Anja zorgde al een paar jaar voor haar kleinkind toen ze kanker kreeg. De ziekte was heftig en levensbedreigend: “Ik moest voor mijn kleinkind overleven en deze zware strijd voeren. Hij was pas acht, hij had me nodig. Ik weet niet of ik deze strijd had kunnen overleven als hij er niet was! Ik ben hersteld, mede dankzij hem.”
Rouw en verlies
Hoe heftig het kan zijn om de zorg voor je kleinkind op je te nemen, blijkt ook in de workshop rouw en verlies van Carla Kraak. Carla is verlies- en rouwtherapeut bij KOOS Utrecht. Haar workshop maakt veel los. Pleeggrootouderschap gaat gepaard met verliezen: het verlies van je leven als opa en oma, het verlies van je toekomstplannen, het verlies van het vertrouwen in je eigen kind, verlies van vrienden en verlies van de regie over je leven. Maar je hebt vaak de energie en de tijd niet om daarbij stil te staan. Tot je ineens te ver over je grenzen heen bent gegaan. Dat moment moet worden voorkomen. Carla benadrukt het belang van stilstaan bij dit verlies, zij noemt het pendelen tussen rouwen over deze verliezen en doorgaan. Soms is daar hulp van professionals, zoals een pleegzorgbegeleider en therapeut, bij nodig om door te kunnen blijven gaan.
Een nieuwe subgroep?
Een jongen vertelt over zijn lange haar: hij is aan het sparen, want hij wil graag zijn haren doneren aan kinderen met kanker voor een pruik. Toevallig hoor ik van zijn grootouders dat deze jongen een kind is van hun pleegdochter.
Onverwacht en snel moesten ook deze pleeggrootouders hun plannen aanpassen om de zorg op zich te nemen. Dat was niet een vraag maar een vanzelfsprekende omslag in hun leven: “We waren gestopt met pleegzorg, we wilden genieten van de rest van ons leven zonder deze extra zorgen en verplichtingen. Maar toen kwam onze kleinzoon en zijn we opnieuw begonnen.”
Later ontmoet ik nog een pleeggrootvader die de kinderen van zijn pleegdochter opvoedt. Het lijkt een andere groep in deze setting, waarbij vooral de overeenkomsten van het pleeggrootouder-zijn overheersen. De liefde voor het kleinkind, de vanzelfsprekendheid waarop toekomstplannen worden aangepast, het gevoel van alles nog eens meemaken en de strijd om de zorg voor het kleinkind goed geregeld te krijgen, zijn slechts een paar voorbeelden.
Geschikt/ongeschikt
Een pleeggrootouder vertelt over haar strijd tegen de terugkeer van haar kleinkinderen naar hun ouders. Zij woonden al meerdere jaren bij haar en moesten terug. In die hele strijd heeft ze ervaren dat je als pleeggrootouder nauwelijks serieus wordt genomen. Helaas is het niet vanzelfsprekend dat kinderen bij hun grootouders worden geplaatst als opgroeien bij hun eigen ouders niet meer gaat. Ik spreek een pleeggrootmoeder die pas na drie jaar haar kleinkinderen ‘terugkreeg’ van de kinderrechter. Tot die tijd hebben zij in een pleeggezin gewoond. De jongens mochten terug naar hun vertrouwde omgeving bij oma, met goed contact met hun moeder. Het ging niet vanzelf en kostte strijd. Pleeggrootmoeder sluit het gesprekje af met de zin die ik deze dag veel heb gehoord en nog meer heb kunnen ervaren: “Ik doe dit uit liefde voor mijn kleinkinderen!”
Door Maud Verhoofstad