“Samen met wie ik verloor, kan ik leven”
Verlies door zelfdoding
“Samen met wie ik verloor, kan ik leven”
Verlies door zelfdoding
Rini van Dam
Beeldend kunstenaar en auteur
Naast beeldend kunstenaar en auteur van het boek Donderdag is Rini gezinshuisouder en voormalig pleegouder.
Het zal je maar overkomen: de zelfdoding van je kind. Hoe ga je als ouder daarmee om? Wat betekent het voor je gezin? En wat doet het met je pleegkinderen die in huis kwamen om hen een betere toekomst te geven? Beeldend kunstenaar Rini van Dam is gezinshuisouder en pleegouder geweest. Zij heeft het onvoorstelbare meegemaakt: haar dochter, die ze als baby adopteerde, pleegde zelfmoord. Na jaren schreef ze hierover een boek: Donderdagen. Ik praat met haar over hoe zij en haar gezin dit verlies hebben kunnen verwerken en hoe de omgeving reageerde.
Het boek heeft een tijd op de plank gelegen. Rini: “Vrienden, die mijn dochter niet hebben gekend, vroegen of ik over haar wilde vertellen. Dat doe ik graag en met het fotoalbum erbij. Ik doe het album dicht en zij zeggen: ‘Tja, maar ze is natuurlijk ook geadopteerd!’ Daar gaan we weer, dacht ik, alsof dat de reden is. Dit was de aanleiding om het boek naar een uitgever te sturen.”
Donderslag
In het boek begint Rini met de periode voor de zelfdoding van haar dochter. Rini heeft jaren geleefd in een ongelijkwaardige relatie met een man van wie ze veel hield, ondanks dat hij geweld gebruikte en dreigde met zelfmoord. Zij kregen een zoon en adopteerden een dochter. Uiteindelijk heeft hij zijn dreigementen om zelfmoord te plegen uitgevoerd. Rini en haar kinderen, toen 6 en 9 jaar oud, moesten dit drama overleven.
Haar eigen verdriet en boosheid en het grote verdriet van de kinderen, hebben Rini veel gekost. Toch lukte het om met elkaar weer geluk te vinden. Rini is gezinshuisouder geworden en toen ze daarmee stopte, nam ze een van de kinderen mee als pleegkind.
Als donderslag bij heldere hemel pleegde haar dochter, precies tien jaar en tien dagen na de zelfdoding van haar vader, zelfmoord. Ze was zestien jaar oud. Het waarom is nooit duidelijk geworden.
Reactie uit de omgeving
Na de zelfdoding van haar man werd Rini geconfronteerd met zijn familie en een gemeenschap die vooral beschuldigden: “Door jou is het gekomen.” Waarschijnlijk deels uit onwetendheid, omdat ze niets wisten van zijn dreigementen en geweld. Ook na de zelfdoding van haar dochter reageerde de omgeving. Ongevraagd verklaarden mensen haar waarom haar dochter dit gedaan zou hebben. Rini kreeg kant-en-klare verklaringen op de waaromvraag. Een vraag die ze zelf nog steeds niet kan beantwoorden, terwijl ze van buitenstaanders kant-en-klare oplossingen kreeg. Rini: “Oh, dat komt omdat haar ouders gaan scheiden terwijl daar geen sprake van was. Of het komt omdat ze geadopteerd is. Dan is de zelfdoding gelabeld, maar daar doe je betrokkenen zo tekort mee. Ik heb nu twee keer een zelfdoding meegemaakt, die beide zo verschillend waren. Ik vond dat ik wel iets kan neerzetten tegenover die vooroordelen.” Rini voegt toe dat haar ergernis nog groter is naar hulpverleners die beweren dat, als je goed kijkt, je zelfmoord kunt zien aankomen. “Bij mijn man kon ik het aan zien komen, maar niet voorkomen en bij mijn dochter kon ik niets aan zien komen. Dat was totaal onverwacht. Ondanks al mijn ervaringen met kinderen in het gezinshuis, heb ik dit niet gezien.”
Wat dan wel een goede reactie is, is niet zo makkelijk aan te geven. Rini: “Belangrijk is dat je als buitenstaander open vragen stelt, zonder oordeel. Wat ik heel snel heb geleerd, is de vraag ‘Hoe gaat het met je?’ met een wedervraag te beantwoorden: ‘En hoe gaat het met jou?’ Want anders beginnen mensen over wat zij hebben meegemaakt. Daar had ik, zeker in het begin, helemaal geen zin in.”
Onderzoek Rijksuniversiteit Groningen naar suïcidepreventie voor pleeggezinnen
De Rijksuniversiteit Groningen onderzoekt op welke manier ze pleegouders kunnen helpen om zelfmoordgedachten van hun pleegkind beter met hen bespreekbaar te maken. Pleegjongeren hebben vergeleken met andere jongeren vaker last van zelfmoordgedachten. Binnen pleeggezinnen wordt nog relatief weinig over dit onderwerp gesproken, terwijl het bespreekbaar maken van deze gedachten voor jongeren juist helpend kan zijn. De Rijksuniversiteit Groningen wil hier verandering in brengen en ontwikkelt daarom een training voor pleegouders die helpt om zelfmoordgedachten van een pleegkind bespreekbaar te maken. Meer informatie over het onderzoek vind je op de website van de Rijksuniversiteit Groningen.
Emoties van kinderen na zelfdoding
Hoe zijn haar kinderen en pleegkinderen om gegaan met die wirwar aan emoties na de zelfdoding van hun vader en later van hun (pleeg)zus (1)? Rini: “Hun hele leven lag na de dood van mijn man overhoop. We moesten weg van de boerderij waar we woonden en afscheid nemen van de dieren. Ze vonden dat vreselijk. Mijn dochter zei dat ze nog zoveel had willen doen: ‘Ik had versjes willen zingen voor hem en tekeningen willen maken en nu kan dat allemaal niet meer.’ Ze was boos: ‘Ik vind het stom. Ik wilde het cadeautje dat papa voor mij had gekocht van hem krijgen en niet van een ander!’ Net als ik, vroegen zij zich af of wij niet goed genoeg waren om voor te blijven leven.”
En natuurlijk was er angst. Rini: “We hebben de eerste periode bij elkaar geslapen en dat langzaam afgebouwd. Die nachten alleen zijn heel eng en donker. Ik heb me zorgen gemaakt over mijn zoon. Wat heeft hij meegekregen in zijn genen van zijn vader. Hij was meer gesloten dan mijn dochter. Maar hij is sterk en hij heeft mij ook gerustgesteld: ‘Je hoeft niet bang te zijn, ik ben anders dan papa.”
Schuldig
Rini: “Waar ik me heel schuldig over heb gevoeld, is dat we mijn dochter hierheen hebben gehaald met het idee dat we haar een betere toekomst zouden geven. En dan maakt mijn man een einde aan zijn leven. Wat een ellende voor haar. Misschien wel meer dan dat ze in haar geboorteland gehad zou hebben. Na het overlijden van mijn dochter, had ik hetzelfde schuldgevoel naar ons jongste pleegkind. Hij had al zoveel meegemaakt en dan moet hij dit, omdat hij bij mij woont, ook nog meemaken.” Rini vertelt hoe ze geprobeerd heeft haar kinderen de kracht te geven om ook hier doorheen te komen: “Hoe verdrietig en verslagen ik ook was, ik voelde me zo verantwoordelijk. Ik gaf mezelf de opdracht niet weg te zakken. Ik moest zelf laten zien dat het echt kan, dat wij door deze moeilijke periode heen kunnen komen.”
Rini kreeg als pleegouder ook meteen te maken met hulpverleners en familie van haar pleegkind: “Ons pleegkind had een voogd en eigen familie. De familie wilde dat hij wegging bij ons, omdat wij een slechte omgeving zouden zijn. De voogd wilde daaraan toegeven, mede uit angst voor die familie. Maar dat zou toch onmogelijk zijn, met al zijn onverwerkte emoties naar een nieuw gezin? Dus moest ik, met al mijn verdriet, ook daar nog tegen strijden.”
Hoe is het nu?
In het boek beschrijft Rini hoe het leven, ondanks de harde klappen en lege plekken, toch een nieuwe vorm heeft gekregen. Het verdriet blijft, maar er is ook weer geluk gekomen. Rini: “We hebben moeten leren dat je na zo’n grote klap weer evenwicht vindt. Met de goede mensen om hen heen, hadden mijn kinderen genoeg veerkracht om deze klappen op te vangen.” Zowel haar zoon als haar pleegkinderen zijn evenwichtige volwassenen geworden met een eigen zelfstandig leven.
Rini: “Ik heb ook de draad weer kunnen oppakken. Er zijn fijne momenten in mijn leven. Laatst realiseerde ik me dat ik nu, na lange tijd, kan genieten van de kleinkinderen in mijn leven, zonder dat ik me zorgen maak over hun toekomst. Dat ik gewoon kan genieten van hoe het nu gaat.”
Zoek je direct hulp voor iemand die zelfmoordgedachten heeft, neem dan contact op met 113 Zelfmoordpreventie. Dat kan 24/7, gratis en anoniem door te bellen naar O8OO-O113. Chatten kan via www.113.nl.
Voetnoot
(1) In de NOS-documentaire “Waarom bleef je niet voor mij?” vertellen kinderen over hun emoties na de zelfdoding van een ouder. In het vorige nummer van BIJ ONS schreven we een recensie over de documentaire.