Marlene: “Ik stond huilend in de kamers van mijn kinderen!”
Als ervaringsdeskundige moeder kijkt Marlene terug op de uithuisplaatsing van haar kinderen.
Als ik denk aan levend verlies, levenslange rouw volgens rouwdeskundige Manu Keirse, gaan mijn gedachten uit naar de ouders van de kinderen die in ons gezin wonen. Aan de ouders van al die kinderen die een plekje hebben gekregen binnen jeugdzorg. Vanuit de BIJ ONS vonden we het dan ook belangrijk om met een ervaringsdeskundige ouder te spreken over wat een uithuisplaatsing met je doet als ouder. Dankbaar ben ik dat ervaringsdeskundige Marlene Venant een kwetsbaar gesprek met mij hierover wilde voeren. Hoe is het om als (biologische) ouder te maken te krijgen met een uithuisplaatsing? Hoe is het om thuis te zijn, terwijl je kinderen niet bij je mogen wonen?
Pas na vier weken zag ik ze opnieuw De kinderen van Marlene zijn nu 16 en 13 jaar. Toen de kinderen jong waren, kwam het gezin in zwaar weer terecht. Door verlieservaringen, verdriet en ziekte ging het niet goed met Marlene en haar man. Zij gingen hier allebei op hun eigen manier mee om en er ontstonden onveilige situaties in huis voor de kinderen. Daarnaast zorgden de problematiek van Marlene en de zorgen hierover, dat de kinderen bepaalde gedragingen op school lieten zien. Marlene vertelt: “Uiteindelijk zijn er ook een aantal situaties geweest waarbij politie betrokken is geraakt. Veilig Thuis kwam toen in beeld. De piketrechter heeft toen besloten om de kinderen per direct uit huis te plaatsen. De dag van de uithuisplaatsing kwam de politie bij ons, terwijl de kinderen buiten speelden. Ik heb die nacht huilend in de kamers van de kinderen gestaan. Pas vier weken later heb ik ze voor het eerst weer gezien.”
Mijn dieptepunt Na deze traumatische uithuisplaatsing, ging het niet goed met Marlene: “Ik had niks meer om voor te zorgen. De kinderen hielden me op de been. Zij waren de reden dat ik mijn bed uitkwam. De uithuisplaatsing zorgde dat dit allemaal wegviel. Ik zakte dieper weg in mijn problemen en de verkeerde manier waarop ik hiermee omging. Het werd mijn dieptepunt.” Verliestherapeut Josje Geerse zegt: “Gevoelens van schuld, angst en schaamte zijn heel gebruikelijk.” Ook Marlene vertelt hoe beoordeeld ze zich voelde: “Mensen zagen mij als degene die niet goed geweest was voor haar kinderen. Familie, mensen in de buurt, iedereen keek me met de nek aan. Ik durfde niet meer via de voordeur naar buiten.” En dat terwijl Marlene eigenlijk iemand nodig had die met empathie naast haar zou gaan staan.
Schaamte Het eerste contact met de kinderen was een begeleid bezoek op kantoor van de jeugdbescherming. Marlene: “Mijn kinderen kwamen mét de gezinshuisouders binnen denderen, terwijl ik had gevraagd of we eerst alleen de kinderen konden zien en pas daarna zouden kennsimaken. Je voelt de schaamte naar je kinderen, er zijn veel emoties en je voelt je zó bekeken op zo’n moment.” Na het bezoek volgde er een gesprek met de gezinshuisouders, maar ook dat ging niet goed. Marlene: “Wij zaten nog vol in de emotie en de gezinshuisouders zaten in de rol van deskundige. We moesten direct verantwoorden waarom onze kinderen ADHD-medicatie kregen, omdat zij dat niet nodig vonden. Wij dachten alleen maar: Moet dit nú?” Op de vraag hoe het gesprek anders had kunnen verlopen, geeft Marlene aan dat het belangrijk is om met elkaar in gesprek te gaan van mens tot mens: “Heb begrip voor de emoties van de ouder, want ondanks dat ze dingen niet goed hebben gedaan, hebben ze ook veel verdriet om hun kinderen. Stel ook vragen aan ouders; wat maakt dat het zo is gegaan? Wees niet beoordelend, maar neem ze serieus. Dit kan veel weerstand voorkomen.”
Meer informatie
Mijn kind uit huis is een website gemaakt over de ervaringsdeskundigheid van biologische ouders bij uithuisgeplaatste kinderen. Zij zijn onderdeel van een professionele leergemeenschap bij de Christelijke Hogeschool Ede, voortkomend uit het project Gedeeld opvoederschap.
Gedichten Marlene ervoer ook weinig steun in de periode erna. “Familie en vrienden verbraken het contact. En hulpverlening vertelde vooral wat we niet goed hadden gedaan. Heel eenzaam was dat hoor! Er is alleen maar wantrouwen en aandacht voor de protocollen. Je ligt onder een vergrootglas.” De samenwerking met het gezinshuis ging van kwaad tot erger. Onze samenwerking werd zelfs zo negatief, dat we niet meer binnen mochten komen en de kinderen overgedragen werden op de stoep voor het huis. Uiteindelijk kwam Marlene in de ziektewet een Arbo-arts tegen, waarbij ze voor het eerst haar verhaal heeft gedaan buiten de hulpverlening. Marlene: “Die meneer reageerde heel begripvol en was mij tot steun bij mijn integratie naar de werkvloer. Voor het eerst iemand die begrip toonde.” Tijdens de corona-periode vond Marlene een online lotgenotengroep waar ze haar verhaal durfde te doen en haar machteloosheid onder ogen durfde te komen. Ze had gesprekken met een fijne GGZ-behandelaar. Én ze ging gedichten schrijven. Gedichten waarin ze haar boosheid, haar verdriet en haar rouw kwijt kon. Zo ook het gedicht ‘Kijk naar mij’ uit BIJ ONS februari 2024.
De kinderen zijn de dupe geworden Marlene vertelde dat het langzaam weer beter ging, toen ze verantwoordelijkheid nam voor haar eigen daden en stopte met de strijd tegen jeugdzorg. Ze vroeg meer hulp voor haar eigen problemen en ze kregen systeemtherapie voor het gezin. Marlene: “Toen we inzagen dat onze eigen trauma’s en verlieservaringen ervoor zorgden dat we het gezinsleven onvoldoende aankonden, konden we pas werken aan herstel.” Achteraf kan Marlene benoemen dat ze vindt dat haar kinderen de dupe zijn geworden van hun ouders die een periode niet goed konden omgaan met hun eigen problemen.
Gedicht van Marlene
Lieve jongens,
Ik kan jullie ruiken de warmte nog voelen in jullie bedjes. Maar de kamers zijn leeg en koud en netjes. Jullie zijn uit huis geplaatst, bedenk ik mij verdwaasd. Geen stemmen in huis, geen mama horen de hele dag. Ik mis jullie aanwezigheid en jullie lach. Zomaar uit ons leven, en helaas is dit niet voor even. Elke dag, elk uur en elke minuut is leeg. Ik wou dat ik jullie terugkreeg. VERTEL mij wat moet ik doen om jullie terug te krijgen? Maar ik voel jeugdzorg in mijn nek hijgen. Jongens ik beloof dat ik er alles aan doe dat jullie weer thuiskomen. Dat is waar ik nu alleen nog maar van kan dromen.
Ik mis jullie, Mama
Accepteren of verdragen? Anderhalf jaar na de uithuisplaatsing zijn de kinderen van Marlene weer thuis gekomen. Marlene heeft al veel gepraat met de kinderen over die periode en ze volgden de therapie WRITEjunior. Dit is een schrijftherapie voor kinderen, waarbij zij met behulp van de therapeut hun eigen verhaal op papier zetten. Marlene: “De kinderen zeggen nu, eigenlijk was het een jaar voor de uithuisplaatsing niet zo leuk. Daarvóór hebben we het ook gewoon goed gehad.” Marlene is dankbaar dat ze nog de kans heeft om het verleden goed te maken, om als gezin nog goed af te ronden voor de kinderen op een natuurlijke manier uit huis gaan. Ze hoort van andere ouders dat zij langdurig spijt, verdriet en onmachtsgevoelens moeten verduren. Op een gegeven moment leren ze verdragen, accepteren nooit, maar verdragen dat het is zoals het is.
Betekenisgeving Als laatste praten we over betekenisgeving. Manu Keirse geeft aan dat betekenisgeving belangrijk is bij rouw. Ik vraag Marlene wat zij heeft gedaan om het verlies mee te kunnen nemen in haar leven. Marlene: “Toen de kinderen terug thuis waren, wilde ik mijn ervaringen graag inzetten om anderen te helpen. En toen ik mijn verhaal ging vertellen, merkte ik ineens hoeveel behoefte er was aan juist deze verhalen. Voor mij heeft het geholpen in mijn eigen verwerking. Nu durf ik steeds meer de diepte in te gaan, zonder van slag te raken.” Vanuit de leergemeenschap op de Hogeschool Ede verzorgt Marlene lezingen op scholen en bij pleegzorgorganisaties. Daarnaast is ze lid van de centrale cliëntenraad van een jeugdbeschermingsorganisatie, werkt ze voor Netwerk Beter samen met andere ervaringsdeskundigen, heeft ze een eigen bedrijf genaamd Diensten Buro Marlene en denkt ze mee als ervaringsdeskundige ouder in Toekomstscenario jeugd- en gezinsbescherming georganiseerd vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Door Karin Zanin