Via de Relationele Route onderweg*
Het begeleiden van de samenwerking tussen ouders en pleeg- en gezinshuisouders is voor pleegzorgwerkers geen weg van A naar B, maar vraagt altijd om maatwerk. In de implementatie van de Relationele Route binnen de pleegzorgpraktijk identificeerden we een aantal spanningsvelden in deze samenwerking. Spanningsvelden wijzen op de gegevenheid van verschillende perspectieven waar de pleegzorgwerker haar of zijn weg in moet vinden.
Sinds 2014 doet het Lectoraat Pleeg- en Gezinshuiszorg (voorheen Jeugd en Gezin) van de Christelijke Hogeschool Ede onderzoek naar de samenwerking tussen ouders en opvoeders. Op basis van het onderzoek is de ‘Relationele Route tot gedeeld opvoederschap’ ontwikkeld. De Relationele Route is een werkwijze waarbij ouders en pleeg- of gezinshuisouders worden ondersteund in hun samenwerking zodat het kind/ de jongere kan opgroeien in verbondenheid met ouders en pleegouders. In 2023 en 2024 werd de Relationele Route herzien en geïmplementeerd bij Enver, Leger des Heils en Timon (daarvoor bij Jeugdformaat). In de implementatietrajecten komen mooie samenwerkingen op gang of worden deze versterkt. Tegelijkertijd blijven er spanningsvelden binnen de pleeg- en gezinshuiszorg. Dat is ingewikkeld! Hoe ga je om met deze spanningsvelden en houd je daarin focus op gedeeld opvoederschap?
De Relationele Route is een werkwijze waarmee een professional de samenwerking tussen ouders en pleeg- en gezinshuisouders kan ondersteunen. In het afgelopen jaar zijn drie verschillende modules samengevoegd tot één handleiding met het doel dat het nog beter bruikbaar is in de praktijk. In de Relationele Route is gedeeld opvoederschap het uitgangspunt waarbij de ouder een plek heeft in de opvoeding van een kind vanaf het moment van uithuisplaatsing tot de afronding van de plaatsing. Dit kan allerlei vormen hebben: een verdeling in opvoedingstaken van 50/50, maar ook 99/1. Voorwaarde is dat het in overeenstemming met alle partijen zorgvuldig is besloten dat zo de leefwereld van de jongere in het pleeggezin en de leefwereld van het ouderlijk gezin van de jongere aan elkaar verbonden zijn. Die overeenstemming lukt regelmatig heel goed en er zijn verschillende redenen waardoor het moeilijk is om tot goede overeenstemming te komen. Deze redenen liggen vaak heel gevoelig en zijn niet eenvoudig weg te nemen. We delen graag een aantal van deze spanningsvelden die we in het werken met de Relationele Route tegenkomen om vervolgens handvatten aan te reiken hoe het mogelijk toch lukt om samen de focus te houden op het gedeeld opvoederschap. Het creëren van een gezamenlijke wereld voor het kind geeft richting, maar is niet altijd haalbaar als einddoel. Waarin helpt deze richting dan toch?
De jeugdzorg staat niet op zichzelf
Er zijn vrijwel altijd eerdere hulpverleningstrajecten geweest in het gezin van herkomst van de jeugdige. Ook is er vrijwillig of gedwongen besloten dat de jeugdige niet meer thuis kan wonen. Daarmee is ook het uithuisplaatsingstraject verbonden met de zorg binnen een pleeggezin of gezinshuis. Een jeugdbeschermer of verwijzer blijft ook tijdens het verblijf in het pleeggezin of gezinshuis een belangrijke schakel in de zorg. Het is waardevol wanneer het lukt om samen op te trekken in de zorg voor de jeugdige en zijn systeem. Helaas komt het nog vaak voor dat jeugdbeschermers en professionals in de jeugdzorg niet goed bij elkaar aansluiten. Er is eenzelfde belang, namelijk het gezond laten opgroeien van jeugdigen, maar dit belang wordt vanuit verschillende perspectieven bekeken en benaderd.
Waar de perspectieven overeenkomen en waar ze verschillen is nog niet zo duidelijk. Wel is het duidelijk dat de samenwerking tussen bijvoorbeeld pleegzorgbegeleiders en jeugdbeschermers lastig kan zijn en daarmee het proces van samenwerking bemoeilijkt en soms ook vastzet. Er zijn naar aanleiding van het werken volgens de Relationele Route al verschillende initiatieven gestart waarbij jeugdzorgprofessionals en jeugdbeschermers elkaar ontmoeten en zoeken naar gezamenlijkheid vanuit de verschillende rollen.
De deur kan weer op een kier open gaan Soms zijn er in eerdere hulpverlenings- of jeugdbeschermingstrajecten contacten met ouders niet goed gegaan, waardoor ouders de deur dichthouden als het gaat om nieuwe hulpverlening. De ervaring in het werken met de Relationele Route laat zien dat de handleiding uitnodigt om toch dat contact opnieuw te verkennen en daarmee een nieuwe ingang te zoeken. We zijn gewend doelgericht aan de slag te gaan binnen de hulpverlening. Juist het heropenen van de deur van ouders vraagt om iets minder focus op doelgerichtheid en meer ruimte voor het delen van hun verhaal. Hoe is het met de ouder? Waardoor heeft de ouder moeite met het contact met hulpverleners? En hoe is het proces van de uithuisplaatsing bijvoorbeeld gegaan? Waar ligt de kracht en wens van de ouder? De ruimte voor ouders om hun kant van het verhaal te vertellen en de erkenning vanuit de hulpverlener hiervoor, blijkt in veel gevallen helend te zijn en ruimte te geven aan ouders om weer in contact te gaan. Dit betekent niet dat alle schroom bij ouders weg is, maar wel dat er vanuit dit contact weer voorzichtig gezocht kan worden naar manieren waarop ouders betrokken kunnen zijn.
Samenwerken wanneer er geen contact is tussen jongere en een ouder In de implementatie van de Relationele Route kwamen er ook regelmatig situaties naar voren waarin de jeugdige zijn of haar ouder niet wil zien. Dit zorgt voor een spanningsvolle situatie. De spanning zit in alle vragen die deze opschorting van het contact oproept en hoe deze boodschap van jeugdigen te communiceren. Hoe zeker is het dat de jongere echt geen contact meer wil? Of liggen er andere boodschappen achter verscholen? Hoe positioneert een pleeg- of gezinshuisouder zich in deze situaties? De verdenking ligt al snel bij hen: wat hebben zij gezegd of gedaan waardoor de jongere zijn ouder niet meer wil zien? En dan is er nog de boodschap die aan de ouder gegeven moet worden. Wie kan dit het beste doen en welke manier draagt eraan bij dat ouders wel betrokken willen blijven ondanks dat zij niet in direct contact met hun kind kunnen zijn? Als het gaat om het creëren van een gezamenlijke wereld voor een jongere, is het zo belangrijk dat de ouder beschikbaar en geduldig wil blijven ondanks het verdriet en de teleurstelling die het gebrek aan contact op zal leveren. Zo blijft de weg naar de ouder open wanneer de jongere daar wel aan toe is. Dit geldt ook voor pleeg- en gezinshuisouders: bespreek de keuze van de jongere, respecteer deze en bespreek regelmatig of er weer ruimte is voor contact en hoe je de jongere daarin kunt ondersteunen. En blijf de ouder als belangrijke ander zien! Het is vaak geen afkeuring vanuit de jongere maar een proces van zich verhouden tot de ouder na alles wat er gebeurd is.
Hoewel de Relationele Route onderzocht en ontwikkeld is binnen de gezinshuiszorg, wordt deze ook gebruikt binnen de pleegzorg. De ervaringen m.b.t. implementatie komen uit de toepassingen in de pleegzorg. Meer informatie over de Relationele Route is te vinden op www.gedeeldopvoederschap.nl.
Door dr. Ellen Schep, onderzoeker bij het Lectoraat Pleeg- en Gezinshuiszorg aan de Christelijke Hogeschool Ede en Kees Verduijn MCH, docent-onderzoeker bij het Lectoraat Pleeg- en Gezinshuiszorg aan de Christelijke Hogeschool Ede.
*Dit artikel kan gelezen worden als een vervolg op de vorige publicatie over de Relationele Route: https://bijons.denvp.nl/bij-ons-september-2022/relationele-route?